Richtlijnen RIVM 

De lucht wordt aan de onderkant aangezogen en met behulp van een hoogwaardig 2-fase filtersysteem (F9 en HEPA H14) gezuiverd van ongewenste stoffen, zoals pollen, virussen (0,01-3 micrometer) en bacteriën.

Voor stoffige ruimtes kan een stoffilter (G4) optioneel worden geplaatst, direct achter het aanzuigrooster.

Vermindering achtergrondconcentratie (kiemgetal)

De afgezogen en gefilterde lucht wordt 99,995% viraal-efficiënt gefilterd en aan de bovenkant weer terug de ruimte ingevoerd. Hiermee wordt de achtergrond-concentratie (kiemgetal) van de ruimte aanzienlijk verminderd.

Meting filterintegriteit volgens ISO 14644-3:2005(E)-B.6.2

Luchtkwaliteit volgens ISO 5 / GMP Classificatie

Met behulp van kiemdodende ultraviolette verlichting (UV-C) worden bacteriën, virussen en andere micro-organismen gedood of geïnactiveerd. De UV-verlichting is aangebracht in de upstream van het HEPA-absoluut-filter. Hiermee worden niet alleen organismen op het HEPA-filter gedood maar tevens die op de afzuigventilator. Door de positie van de UV-verlichting is schade aan ogen en huid uitgesloten.

De VARIO-Flow ruimteluchtreinigers hebben een uitgebreide In House Test (IHT) ondergaan. Tijdens deze IHT-test worden de in het FAT document beschreven operationele testen uitgevoerd, zoals: controle-instrumenten, luchtafzuigvolume, geluidniveau, elektrische componenten. 

De toegepaste HEPA-filters zijn individueel getest, gecertificeerd en geproduceerd volgens NEN EN1822.

Het in-situ testen (integriteit test) van de HEPA-absoluut-filters in hun ingebouwde toestand is uitgevoerd volgens ISO 14644-3:2005(E)-B.6.2. om vast te stellen of het HEPA-filter op de juiste wijze is geïnstalleerd en vrij is van lekken die het filterrendement kunnen beïnvloeden. Hierbij zijn de afdichtingen van het HEPA-filter en het medium op de eventuele aanwezigheid van lekken gecontroleerd. De aerosolgenerator is hierbij zodanig opgesteld, dat aerosol in de luchtstroom vóór het HEPA-filter (upstream) wordt geïnjecteerd.

Het scannen wordt uitgevoerd aan de schone zijde (downstream) van het HEPA-filter. Hierbij is met behulp van een geschikte aanzuigsonde de omtrek van het filter ter plaatse van de pakkingrand afgetast en vervolgens het gehele filtermedium, waarbij de meetstroken evenwijdig lopen en elkaar overlappen.

NB: Het system voorkomt niet de overdracht van een virus van mens op mens door het aanhoesten of niezen.